Ons eerste bezoek aan Hongkong was in 2002, duurde maximaal drie uren en was geen succes. We vlogen voor het eerst naar Australië en hadden hier een tussenstop. De mevrouw van het reisbureau had nog gevraagd of ze een hotel op het vliegveld voor ons kon boeken, maar het leek ons geweldig nog meer van de wereld te zien en een dag Hongkong te doen. Na een lange vlucht kwamen we aan op het hypermoderne vliegveld en stapten in de supersonische trein die ons binnen 25 minuten afzette in het centrum van de stad. We hadden ons totaal niet in Hongkong verdiept en zouden daar wel zien… Aangekomen op het station duizelde het ons meteen van de mensen; wat veel! Buiten liepen we tegen een muur van tropische hitte op en zagen we nog meer mensen. Ze zaten allemaal bij elkaar met heel veel eten op picknickkleedjes onder de brug en op de straat. We doolden een hele korte tijd met onze jetlag en ziel onder de arm door de straatjes, maakten foto’s van wolkenkrabbers en neonverlichte reclames en doken toen de Mc Donalds in voor wat Westers eten, koelte en rust en besloten heel snel terug te gaan naar het vliegveld.
Deze keer moest het anders in Hongkong :-). Aangekomen op het nog steeds moderne vliegveld zijn we met de trein en de metro vlakbij ons hotel uitgestapt. Wen danste de slurf van het vliegtuig uit en zong: ‘Wy binne yn China, wy binne yn China.’ Hij heeft hier de hele reis zo naar uitgekeken. Nou waren in Australië en vooral in Sydney ook al heel veel Chinezen, maar ik Hongkong zijn er 7 miljoen! Op het metrostation leek het wel een mierenhoop; alles en iedereen liep door elkaar. Toen we bepakt en bezakt van de roltrap weer boven de grond kwamen, stonden we ineens midden op een drukke avondmarkt. Het was al donker, maar door alle lichtjes zag het er zo gezellig uit. Kraampjes vol eten en koopwaar en het Chinese leven op straat. Wen keek net als wij ontzettend verbaasd en zei: ’ Nou wit ik eindelijk hoe China der út sjocht.’
We hebben hier nog een paar leuke uitstapjes gemaakt. Zo zijn we met een tram heel stijl de berg op gegaan, vanwaar we een mooi uitzicht hadden op de stad. Op het eiland Lantau zijn we met een 5,7 km lange kabelbaan naar een dorp geweest waar de grootste bronzen Boeddha ter wereld te zien is. Die vriendelijke Boeddha zit hoog op een berg, wat een heel mooi gezicht was. Verder leek het dorpje speciaal hiervoor aangelegd met veel restaurantjes en souvenirwinkels, dus totaal niet authentiek. Het leek meer of we in een soort attractiepark terecht waren gekomen. Toch was het de moeite van het anderhalf uur(!) in de rij staan voor de kabelbaan waard. Verder hebben we nog een middagje geshopt, wat hier trouwens op iedere hoek van de straat kan, en bekeken we ’s avonds een schitterende lichtshow aan de promenade. Op een stuk klassieke muziek verschijnen overal op de hoge gebouwen gekleurde lichtjes en schijnen er laserstralen op de maat. Wat prachtig was dat! De laatste dag zijn we naar Ocean World geweest, een groot dieren- en pretpark waar we panda’s zagen – wauw! – en een dolfijnenshow. Het lukte ons niet om dolfijnen in het wild te zien tijdens deze reis, maar dit was ook prachtig. Vanuit dit park hadden we vanuit weer een kabelbaan nog een mooi uitzicht op het zuiden van Hongkong wat nog vooral bestaat uit bergen en eilandjes in de zee, daartussen staat dan een klein aantal hoge flats. Omdat het regende, was het voor Hongkongse begrippen heerlijk rustig in het park. Alleen toen het droog werd, waren daar zomaar ineens weer heeeeel veel mensen. Dit keer lieten ze ons alleen niet met rust en werden we allemaal continu op de foto gezet. We zijn daarom maar snel met de bus en tram weer richting ons hotel gegaan.
Hongkong is een bijzondere stad met een prachtige skyline en hypermoderne gebouwen. We zijn echt in China, maar je merkt ook duidelijk de Britse invloeden. En ondanks dat er heel veel mensen zijn, gaat het er vrij rustig aan toe. Iedereen wacht rustig op zijn beurt en voor de bus maken mensen een prachtige lange rij. Onder de grond bestaat ook een hele wereld van uiteraard metro’s, maar ook winkels en restaurants. Prachtig om hier nog een aantal dagen te zijn en toch ook heel vermoeiend, zo druk.
En tja, nu zit onze reis er zomaar op. We hebben het zo ontzettend mooi gehad. Ruim tien weken met z’n vijven zijn en over de wereld reizen om mooie landen te zien, avonturen te beleven, te genieten van de zon en alle vrije tijd, heel vaak Frozen te kijken en yathzee te spelen. De hele reis was geweldig en als je ons vraagt wat het aller-aller-mooiste was, dan is dat: met het reuzenrad in Melbourne (Wen), het waterpretpark en de papegaaien voeren op de camping in Merimbula (Marrit), het wildlife in Australië (Nynke Mirte), Sydney – met stip – (Yke) en de natuur op Tasmanië (Tirza).
Na zo’n lange reis hebben we toch ook wel weer zin om naar huis te gaan. Straks weer een normaal ritme met school, sporten en met vriendjes en vriendinnetjes spelen. We gaan nog heel lang nagenieten van alle verhalen, foto’s en video’s en alle herinneringen die we hebben.
Jullie bedankt voor het lezen van onze blog en het plaatsen van alle leuke en lieve berichtjes. Dat is zo leuk om te lezen als je aan de andere kant van de planeet zit. Morgen vliegen we terug en we zien elkaar vast snel weer.
Heel veel liefs!